About the album
The Buxtehude Opera Omnia series is steadily progressing. It is with great pleasure that I present to you the final
part of Dieterich Buxtehude’s organ works. Now that the task of recording all the organ and harpsichord works has
been completed, the astounding quality of this music has become evident. Naturally, organists play Buxtehude’s works with relative frequency. However, only a dozen or so of his works are actually performed regularly. Undoubtedly,
the extreme discrepancies between the various editions are one of the main underlying reasons for this. Many questions arise: which Urtext is the real one? Are the sources of such poor quality, or are there flaws? Is it necessary to salvage the music? The indisputable fact is that the organ works of Lübeck’s greatest composer were by no mean preserved through the ages in the most ideal fashion. No less than a century and a half separate the earliest and the latest sources, there are no autographs, etc. The organist is thus compelled to undertake the performance of these works with a great deal of taste, know- ledge and courage. A creative composer requires a creative interpretation.
Bach and Mozart even survive being performed on a street organ, whereas Couperin and Buxtehude do not. There is great interpretative freedom in this ‘stylus phantasticus’; however, there are limits to what is possible. The incorrect reading of the foreword to Frescobaldi’s first book of Toccatas was once the reason behind the practice of beginning all the Preludes with an accelerando. In my view, the comparison drawn with madrigals in this same fore-word is of major significance, and can be taken to mean: each section of a Prelude and Toccata has its own tempo. A relationship between tempi no longer exists. The ‘tempo della mano’ has been replaced by ‘tempo dell’anima’. This is my most important conviction.
Ton Koopman
Meesterlijke vertolking door Ton Koopman van de laatste orgelwerken van Buxtehude.
Deel X van de Opera Omnia is het 5e en laatste deel, waarin Ton Koopman de overige orgelwerken speelt van Dieterich (Dietrich, Diderich) Buxtehude. Voor een historisch verantwoorde aanpak van zijn orgelconcerten, koos Koopman de instrumenten met zorg uit. In deze opname speelt hij op het Bielfeldt orgel van de St. Wilhadi kerk in Stade, Duitsland. In deze opname bestaan de orgelwerken van Buxtehude uit vrije composities en composities die op koralen gebaseerd zijn. Verder bevat dit album de complete orgelwerken van Nicolaus Bruhns. Deze begaafde leerling van Buxtehude werd beroemd door de orgelstijl van Buxtehude op zijn eigen wijze verder te ontwikkelen. "Koopmans virtuositeit roept een volmaakte sfeer op voor deze pre-Bachse klankwereld.", René Verwer, Luister, december 2009.
Buxtehude was een Deens-Duitse organist en door velen bewonderde componist uit de barokperiode. Hij componeerde vocale en instrumentale muziek. Zijn orgelwerken omvatten een aanzienlijk deel van het standaard orgelrepertoire van onze hedendaagse kerkdiensten. Buxtehude wordt beschouwd als de belangrijkste Duitse componist in de periode tussen Heinrich Schütz en Bach. Zijn stijl heeft veel componisten sterk beïnvloed. Hij was één van de grote voorbeelden van Johann Sebastian Bach. Het verhaal gaat dat Bach, toen 20 jaar, in 1705 helemaal naar Lübeck liep - 400 km - om Dieterich Buxtehude daar in de Marienkirche te horen spelen.
Wellicht dat die anekdote Ton Koopman inspireerde tot zijn project Opera Omnia om het gehele bewaard gebleven oeuvre van Buxtehude uit te voeren en op te nemen. Er was hem veel aan gelegen Buxtehude als het brein achter de vocale muziek van Bach te erkennen. Koopman is een van de meest vooraanstaande uitvoerders van oude muziek en voorzittter van het Internationale Buxtehude Gesellschaft.
Mit der vorliegenden Auswahl wird das auf fünf Alben aufgeteilte Orgelwerk Buxtehudes im Rahmen der Gesamtaufnahme seiner Opera Omnia abgeschlossen. Sie enthält die noch nicht eingespielten Kompositionen der beiden Hauptgruppen der freien und choralgebundenen Werke. Ein Schüler Buxtehudes wurde seinerzeit sehr berühmt und entwickelte Buxtehudes Orgelstil in eigenständiger Weise weiter: Nicolaus Bruhns, dessen komplette Orgelmusik ebenfalls auf dieser CD enthalten ist.